Trapleuning inmeten
Een trapleuning inmeten / opmeten is - met de uitgebreide trapleuning meten handleiding + video instructies van LEUNINGvakman.nl - nog nooit zo eenvoudig geweest! Wij hebben alle belangrijke informatie - inclusief stappenplan & handige video's - voor u op een rijtje gezet, zodat u voortvarend aan de slag kunt gaan met het inmeten van uw trapleuning op maat.
BELANGRIJK: Een trapleuning van LEUNINGvakman - voorheen RVSvakman.nl - wordt altijd op maat voor u vervaardigd. Om te zorgen voor een perfect passende trapleuning is het inmeten van uw trapleuning uiteraard stap 1.
Wanneer u uw trapleuning zelfstandig gaat inmeten, adviseren wij u ten zeerste om onderstaande handleiding goed door te nemen en de video's te bekijken. Mocht u desondanks vragen hebben, aarzel dan niet contact met ons op te nemen. Wij zijn u graag van dienst met een gericht advies!
1: Een rechte trapleuning inmeten.
1: De hoogte van de trapleuning.
Meest voorkomende: 90 cm.
Normaal gesproken wordt uitgegaan van een hoogte tussen de 80 cm en 90 cm, uitgaande van het midden (hart) van de leuning. Wij hanteren standaard 90 cm als vaste uitgangspositie.
LET OP: Aan de hand van de lengte van u, of andere ‘vaste gebruikers’ van uw trapleuning kunt u uiteraard kiezen voor een beter passende lengte, waarbij wij adviseren om de ‘heuphoogte’ als uitgangspositie te nemen.
2: Het begin van de trapleuning.
In het geval van een rechte steektrap:
Meest voorkomend: Trapleuning begint 5 - 10 cm voor de 1e traptrede.
In het geval van een andere trap:
Meest voorkomend: Trapleuning begint bij de 1e traptrede.
LET OP: Met oog op een optimaal gebruikersgemak is het, indien de ruimte het toelaat, altijd te adviseren om 5 - 10 cm voor de 1e traptrede te beginnen. Echter is dit veelal niet mogelijk / niet ideaal. Daarnaast is het ook vaak zo dat er sprake is van bijv. een lichtschakelaar, waarbij de trapleuning wat hoger / lager / korter moet zijn. Houdt dus goed rekening met uw specifieke situatie bij het inmeten van een perfect passende trapleuning!
3: Het einde van de trapleuning.
In het geval van een rechte steektrap:
Meest voorkomend: Trapleuning eindigt 5 - 10 cm na de laatste traptrede.
In het geval van een andere trap:
Meest voorkomend: Trapleuning eindigt bij de laatste traptrede.
LET OP: Met oog op een optimaal gebruikersgemak is het, indien de ruimte het toelaat, altijd te adviseren om 5 - 10 cm na de laatste traptrede te eindigen.
4: De ruimte tussen trapleuningen.
Meest voorkomend: 8 - 10 cm.
Wanneer er meer dan 1 trapleuning geplaatst wordt dient u rekening te houden met een juiste afstand tussen de trapleuningen. Dit is o.a. de situatie bij een trap met 1 kwart (2 leuningen), trap met 1 kwart + koof (3 leuningen), trap met dubbele kwart (3 leuningen), rechte spiltrap (3 leuningen) en trap met bordes (3 - 5 leuningen).
8 - 10 cm bij een rechte hoek: In het geval van een 'rechte hoek' adviseren wij een afstand van 8 - 10 cm uit de kant. Dit houdt in dat er 8 - 10 cm afstand is tussen het einde van de leuning en de muur.
6 - 8 cm bij een 'schuine hoek': In het geval van een 'schuine hoek' adviseren wij een afstand van 6 - 8 cm uit de kant. Dit houdt in dat er 6 - 8 cm afstand is tussen het einde van de leuning en de muur.
Vaak ontstaat deze situatie in het geval van een koof, waarbij niet 2 maar 3 leuningen (dicht op elkaar) geplaatst worden. Wij adviseren hierbij een kortere afstand, zodat het leuningwerk mooier ‘doorloopt’ en 1 geheel vormt.
Heeft u een koof?
Houdt dan rekening met het feit dat het materiaal van een koof veelal plaatmateriaal betreft en niet (optimaal) geschikt is voor een stevige trapleuning montage. Houdt hier dus rekening mee. Is dit bij u het geval, dan adviseren wij de leuning te monteren op het ‘houten achterwerk’, of het verstevigen van de koof alvorens u een trapleuning monteert.
5: De positie van de leuningdragers.
Wij leveren uw leuning standaard 'voorgeboord' aan. Dit houdt in dat de gaten t.b.v. bevestiging van de leuningdragers reeds door ons aangebracht zijn.
Bij het voorboren hanteren wij standaard 10 cm uit de kant voor de eerste en de laatste leuningdrager. In het geval van meer dan 2 leuningdragers worden de overige gelijkmatig verdeeld over de leuning.
LET OP: Wenst u specifieke posities van de leuningdragers, dan kunt u dit bij het bestellen van een trapleuning (op de productdetail pagina) invoeren en wij zorgen ervoor dat dit geregeld wordt, zonder extra kosten. Hanteer bij het bepalen van de posities de hartmaat van de leuningdrager op de leuning. Ook kunt u 'niet voorboren' als optie kiezen.
2: Een volledig gebogen trapleuning inmeten.
In het geval van een gebogen trapleuning is het correct inmeten van de buiging uiteraard cruciaal. Indien u reeds gebogen trapleuningen heeft, is het in kaart brengen van de afmetingen een 'eenvoudig klusje'. En natuurlijk kunt u bestaande leuningen ook opsturen / afgeven of op (behang)papier overtrekken, dan maken wij de gebogen leuning perfect na.
Onderstaande handleiding kunt u volgen in het geval u geen bestaande gebogen trapleuning(en) heeft. Veelal is het hierbij gewenst om de vorm van een trapwang 'te volgen'. Onderstaand vindt u een uitgebreide handleiding over het inmeten van een gebogen trapleuning, waarbij u effectief gebruik maakt van de trapwang. Voor alle overige zaken m.b.t. de hoogte -, het begin -, het einde - en de ruimte tussen - de trapleuning kunt u gebruik maken van de informatie onder 'een rechte trapleuning inmeten', dit blijft normaal gesproken gelijk.
Inmeten volledig gebogen trapleuning.
Deze trapleuning betreft vaak de 'kleine gebogen trapleuning' in het geval van een trap met 1 kwart (onderkwart / bovenkwart) en een dubbele kwart.
Hierbij dient u 2 maten in kaart te brengen:
1: Lengte 1 - de lengte van de leuning / buiging (in cm).
Wanneer u het begin en het einde van de leuning heeft bepaald, kunt u deze posities markeren. Een veelgebruikte methode hierbij is het afplakken van de positie(s) met een stukje schilderstape. Vervolgens kunt u met een rolmaat de lengte eenvoudig in kaart brengen. Leg hierbij de rolmaat mooi recht op de trapwang.
2: Lengte 2 - de maximale hoogte van de buiging (in cm).
Vervolgens dient u bij een volledig gebogen leuning de maximale hoogte van de buiging op te meten. U kunt in dit geval handig gebruik maken van een rechte lat / profiel. Leg deze vervolgens op de trapwang en meet de hoogte op.
LET OP: HOL versus BOL:
- BOL: In het geval van een 'bolle buiging' meet u de afstand (lees: de hoogte) tussen de lat en de trapwang aan het begin en het einde van de trapleuning.
- HOL: In het geval van een holle buiging meet u de afstand tussen de trapwang en de lat (in het midden van de leuning).
3. Inmeten gedeeltelijk gebogen / S-vormige trapleuning.
LET OP: Bij een S-vormige buiging is er sprake van 2 buigingen. In onderstaande video wordt 1 enkele buiging ingemeten maar deze instructie kunt u voor allebei de buigingen gebruiken.
Deze trapleuning betreft vaak de 'grote gebogen trapleuning' in het geval van een trap met 1 kwart (onderkwart / bovenkwart) en een dubbele kwart.
Hierbij dient u 3 maten in kaart te brengen:
1: Lengte 1 - de lengte van de leuning (in cm).
Wanneer u het begin en het einde van de leuning heeft bepaald, kunt u deze posities markeren. Een veelgebruikte methode hierbij is het afplakken van de positie(s) met een stukje schilderstape. Vervolgens kunt u met een rolmaat de lengte eenvoudig in kaart brengen. Leg hierbij de rolmaat mooi recht op de trapwang.
2: Lengte 2 - de lengte van de buiging (in cm).
Vervolgens is het zaak om het 'begin van de buiging' in kaart te brengen. Hierbij adviseren wij gebruik te maken van een lat / profiel. Leg deze op de trapwang en schuif deze vervolgens rustig richting het punt waarop de buiging begint. De buiging begint op het punt waarbij er ruimte begint te ontstaan tussen de trapwang en de lat. Markeer dit punt. Meet vervolgens met een rolmaat de lengte van dit punt tot het einde van het gebogen onderdeel (het begin / einde van de leuning). Leg hierbij de rolmaat mooi recht op de trapwang.
3: Hoogte 1 - de maximale hoogte van de buiging (in cm).
Vervolgens dient u bij de hoogte van de buiging op te meten. U kunt in dit geval handig gebruik maken van een rechte lat / profiel. Leg deze vervolgens op de trapwang.
LET OP: HOL versus BOL:
- HOL: In het geval van een holle buiging kunt u de lat op het rechte deel van de trapwang door laten lopen tot het begin / einde van de leuning en de afstand tussen de trapwang en de lat opmeten.
- BOL: In het geval van een bolle buiging dient u de lat op het begin / einde van het gebogen deel van de leuning te laten rusten (op de trapwang). Vervolgens zorgt u ervoor dat de hoogte van het rechte deel van de leuning aan het begin en het einde gelijk zijn. Dat is veelal een kwestie van een aantal malen proberen en een beetje verschuiven, totdat de maten overeenkomen: dat is vervolgens de juiste hoogte.
LET OP: Bij een S-vorm buiging dient u tweemaal de buiging (lengte 1, lengte 2 en hoogte) op te meten.
Uw RVS trapleuning laten inmeten door LEUNINGvakman
Uiteraard kunt u ons altijd bellen of mailen in het geval van vragen bij het inmeten van uw trapleuning(en). Ook kunt u het inmeten uit laten voeren door onze ervaren medewerkers. Is er sprake van specifiek maatwerk, zoals doorlopende trapleuningen waarbij gebruik gemaakt wordt van (variabele) bochten en/of tussen / koppelstukken, dan is inmeten vaak een toegevoegde waarde. De exacte prijs voor het inmeten op locatie is afhankelijk van uw specifieke locatie (i.v.m. reisvergoeding) en de specifieke situatie.
LET OP: Voor een gericht voorstel vragen wij u altijd de volgende informatie aan te leveren: Uw adres, het aantal leuningen en/of (zoveel mogelijk) informatie in het geval van maatwerk leuningwerk / balustrade(s). Denk hierbij aan eventuele specifieke wensen / werkzaamheden zoals bijvoorbeeld doorlopend leuningwerk (lassen / slijpen op locatie noodzakelijk) en indien mogelijk foto's van de huidige en/of de gewenste situatie. Hoe meer informatie u ons geeft, hoe sneller wij een gericht voorstel uit kunnen werken.